Marktonderzoek Gom in coronatijd

Schoonmaakbedrijven moeten erop voorbereid zijn dat opdrachtgevers meer eisen gaan stellen aan hun specialistische kennis. Ook vragen klanten om meer flexibiliteit. Het zijn twee belangrijke conclusies die al langer boven de markt zweefden in coronatijd, maar door onderzoek van Gom nog eens zijn bevestigd. Het halfjaarlijkse marktonderzoek, gehouden in oktober door Markteffect onder meer dan 400 respondenten (mede)verantwoordelijk voor schoonmaak binnen organisaties, geeft meer inzicht in de actuele stand van zaken in de schoonmaakbranche. De directeuren van de sectorspecifieke business units van Gom geven hun reactie vanuit hun segment.

Afbeelding van vijf verschillende medewerkers die een andere dienst vertegenwoordigen van Gom

Effecten van corona

Het is al vaker gezegd: de aandacht voor het belang van schoonmaak is sterk toegenomen. Effecten die opdrachtgevers ervaren: ‘Alles moest op een andere manier. Meer aandacht voor oppervlakken die veel worden aangeraakt.’ ’Mensen gaan laks om met de eigen verantwoordelijkheid om werkplekken schoon achter te laten.’ ‘Er wordt meer en regelmatiger schoongemaakt, ook tussen de werktijden door.’ ‘Schoonmaak is onmisbaar gebleken en heeft meer respect ontvangen.’ Opvallend is dat er vaker wordt schoongemaakt, terwijl in veel sectoren juist minder mensen op de werkvloer te vinden waren. Inmiddels wordt ook steeds bekender dat een combinatie van goed schoonmaken en indien nodig desinfecteren beter is dan altijd zomaar desinfecteren.
 
De gevolgen voor de diverse business units van Gom zijn heel uiteenlopend. Huub Kattenpoel, eindverantwoordelijk bij Kleentec: ‘De voedingsmiddelenindustrie draait gewoon door, maar er zijn ook een aantal klanten die leveren aan de horeca en de luchtvaart, die op dit moment enorm onder druk staan. Daarnaast zit er mede een uitdaging in de continuïteit van de bezetting op de verschillende locaties, door de uitval van medewerkers.’ Andere business units - Gom Zorg voorop - kreeg te maken met een enorme flexibiliseringsvraag, waarin bovendien een groot beroep werd gedaan op hun sectorexpertise. Simone van de Velde: ‘We schalen op, schalen af, schalen op en schalen af. We bewegen mee met de cijfers van corona. We gaan van reguliere dagdiensten naar 24/7-dienstverlening. Ervaring met uitbraken van ziekenhuisbacteriën hadden we al, maar hier zijn de hoeveelheden en de intensiteit onvergelijkbaar.’
 
Ook in het onderwijs maakt de schoonmaak grote veranderingen door. Jeroen Hofmeester: ‘Je kunt wel zeggen dat flexibiliteit het nieuwe onderwijsvak is geworden. Na corona zullen studenten weer zoveel mogelijk naar onderwijsinstellingen willen komen.’ Voor een business unit als Gom Specialistische Reiniging waren de gevolgen niet minder drastisch, constateert Peter Hoeijmans. ‘Plotseling werd er heel veel afgeschaald, bijvoorbeeld de dieptereiniging van keukens. Cateringbedrijven lagen stil, omdat er geen mensen op de kantoren waren. Onze medewerkers van de glasbewassing mochten bij een aantal opdrachtgevers wel de buitenkant doen, maar niet binnenkomen.’
 
De eisen die aan schoonmaak worden gesteld liggen hoger als pre-corona. Niet alleen in de uitvoering, constateert Maarten van Driel binnen Gom Hospitality: ‘Wat mij opvalt is dat opdrachtgevers vooral op zoek zijn naar advies. Wat zijn nu de beste mogelijkheden om een locatie te reinigen of ontsmetten? Onze klanten zijn duidelijk op zoek naar expertise en advies.’

Invloed op de frequentie van de schoonmaak

Meer dan de helft van de respondenten (53%) gaat er vanuit dat de coronacrisis op korte termijn leidt tot vaker schoonmaken. Het aantal besmettingen is nog altijd hoog, dus hygiëne is heel belangrijk. De zorgsector is de verwachte uitschieter (76%). Opvallend is dat het erop lijkt dat men die frequentieverhoging op lange termijn wenst vast te houden (73%).

Peter Hoeijmans: ‘Bij Openbare Ruimten hebben we heel sterk gezien dat de vervuiling van bijvoorbeeld trappenhuizen dermate groot was dat we daar veel meer werk hadden. Er waren meer mensen thuis, kinderen gingen niet naar school. Daar kwam bij dat bewoners bang waren voor vervuiling en veel kritischer keken. De angst van mensen was groot, zeker als een bewoner van een complex met coronaverschijnselen via de lift of het trappenhuis was vervoerd.’ Een op de zes ziet echter de schoonmaakfrequentie dalen: ‘Minder personeel en dus minder schoonmaak nodig.’
 
Ook op de lange termijn verwachten respondenten dat de frequentie omhoog gaat, al ligt het percentage iets lager dan op de korte termijn. ‘Hygiëne is een belangrijker thema geworden’, was een veelzeggende reactie. ‘ Richard de Maar, directeur van de business unit Offices ziet een duidelijke tweedeling in de reacties van opdrachtgevers: ‘Diverse klanten zeggen: ik ga niet inkrimpen in kantoorruimte, omdat mijn medewerkers meer workspace nodig hebben en niet meer bovenop elkaar willen zitten. Anderen zeggen weer: ik ga het zo indelen dat ik toe kan met minder vierkante meters. Het is heel sterk afhankelijk van de sector waarin we zitten.’

Gevolgen op de lange termijn

Gaat de coronacrisis een andere visie op schoonmaak opleveren? Ja, de inzet van meer specialistische kennis wordt op termijn veel belangrijker, verwacht 44% van de respondenten. De reden daarvoor zijn strengere maatregelen en voorschriften op het gebied van hygiëne. Die trend wordt niet alleen verwacht voor de korte termijn, maar ook voor de langere termijn.
 
Die conclusie gaat hand in hand met een andere: de inzet van de schoonmaak moet flexibeler zijn. Dat houdt verband met een flexibelere bezetting van gebouwen. Richard de Maar: ‘Ik verwacht dat mensen meer thuis gaan werken. Dat gaat nooit helemaal terug naar de oude situatie. Met videoconference hebben mensen gezien dat je niet meer fysiek bij elkaar hoeft te zitten.’ Iets wat Jeroen Hofmeester herkent: ‘Ook onderwijsinstellingen komen er achter dat medewerkers ook thuis kunnen werken, iets dat niet ingeburgerd was in het onderwijs. Ik hoor veel instellingen zeggen dat ze minder vierkante meter kantoren nodig hebben. Het kan heel goed dat die ruimte wordt benut voor andere doeleinden, zoals ontmoetingsplekken voor studenten en leerlingen. We zien nu al dat de openings- en lestijden van ROC’s erg verruimd zijn om goed onderwijs te kunnen blijven geven. Tijdens de eerste golf van de coronacrisis werd ook al veel flexibiliteit gevraagd’.

Thuiswerken in de zorg ligt minder voor de hand, maar Simone van de Velde ziet wel een andere kentering: ‘Voor onderzoek moet je nog altijd naar een ziekenhuis, maar het krijgen van de uitslag zal in de toekomst veel meer via telefoon of beeldbellen gaan.’
 
‘Ik merk dat de trend naar flexibiliteit door corona wordt aangewakkerd’, zegt Maarten van Driel. ‘Opdrachtgevers zoeken andere vormen van samenwerking, zowel op inzet als op kostenstroom. Niet langer meer twaalf keer per jaar dezelfde factuur, maar op- en afschalen als het nodig is. Iets wat we voor Pathé-bioscopen al doen en nu ook voor de Diergaarde Blijdorp in Rotterdam ontwikkelen.’

Andere eisen bij aanbestedingen

Als opdrachtgevers in de nabije toekomst een aanbesteding overwegen, verwacht ruim een kwart dat de uitvraag anders geformuleerd gaat worden. Op de vraag welke aanvullende eisen dan worden gesteld, komen - weer - specifieke kennis en flexibiliteit als belangrijkste aspecten naar voren. ‘Andere werktijden en frequentie verhogen.’ Het zijn vooral bedrijven in de supply chain en het onderwijs die in hun aanbestedingen hogere eisen gaan stellen. Jeroen Hofmeester: ‘Hygiëne gaat meer prioriteit krijgen dan vóór corona, maar ik zie niet ineens dat aanbestedingen helemaal op de schop gaan. In het onderwijs zie je bovendien meestal altijd vrij lange contracten van minimaal vier jaar. Dat zie ik niet snel wijzigen.’

In de voedingsmiddelenindustrie lijken aanbestedingen zelfs amper iets te gaan merken van corona. Iets wat verklaarbaar is vanuit de strikte hygiënebepalingen die al gelden. Huub Kattenpoel: ‘Als je sec kijkt naar onze business is er door corona eigenlijk niet veel veranderd. Bij Kleentec is het reinigingsproces altijd al zo ingericht dat we alle handelingen volwaardig uitvoeren. Zorg en Onderwijs zijn wel business units die daar op een heel andere manier invulling aan geven.’ En Simone van de Velde: ‘Het woord ‘pandemie’ zal wel wat vaker voorkomen in een aanbesteding, maar voorheen noemden we dat gewoon calamiteiten.’

Instroom van nieuw personeel

De afdeling HR van Gom heeft al geanticipeerd op de conclusies uit het marktonderzoek, zegt Monique Odijk. ‘Wij zien ook het accent verschuiven naar meer hygiëne, maar er komen meer vragen bij kijken. Hoe blijf je flexibel als medewerker? En waar we onze medewerkers ook meer in meenemen in hun opleiding, is om in coronatijd gastvrij te blijven. Medewerkers moeten ineens regels handhaven, voor hun eigen veiligheid en die van anderen. Vanuit de Gom Academie besteden we daar extra aandacht aan.’
 
Opleiden per sector krijgt ook meer focus. ‘Je ziet in het onderzoek heel duidelijk de sectorgerichtheid naar voren komen. Gom is de enige die helemaal gespecialiseerd is in sectoren. Hoe belangrijk dat is, valt vooral nu op. Werken in coronatijd is in de zorg compleet anders dan in het onderwijs of in hospitality. Je ziet dat de behoefte van opdrachtgevers nu veel meer sectorgericht is.’
 
Wel lijken de toegenomen aandacht voor hygiëne en de waardering voor het schoonmaakvak een positief effect te hebben op de instroom van nieuw personeel, constateert Monique. ‘We zien vooral dat we een jongere doelgroep aanspreken. Er zijn meer aanmeldingen, ook omdat studenten geen bijbaan meer kunnen vinden in de horeca. Dan is de schoonmaak een goed betaalde baan voor een student. Je krijgt een opleiding, je wordt getraind en je kunt het werk heel goed naast je studie doen.’